Japanse termen

1. Tot tien tellen
Ichi één
Ni twee
San drie
Shi vier
Go vijf
Roku zes
Shichi zeven
Hachi acht
Kyû of ku negen
Jû tien
2. Hoogte en richting
Jodan hoge zone - eigen neushoogte
Chudan middenzone - eigen plexushoogte
Gedan lage zone - eigen gordelhoogte
Hidari links
Migi rechts
Mae voorkant
Yoko zijkant
Ushiro achterkant
Uchi langs - binnen
Soto langs - buiten
3. Karatetoepassingen
Kihon oefenvorm in rechte lijn voor-achter zonder partner
Kata oefenvorm in verschillende richtingen zonder partner
Bunkai toepassingsvorm van bewegingen uit kata
Kumite oefeningen met partner
4. De 26 shotokan-kata
heian shodan heian nidan
heian sandan heian yondan
heian godan tekki shodan
tekki nidan tekki sandan
bassai dai bassai sho
kanku dai kanku sho
enpi jion
jitte jiin
gojushiho dai gojushiho sho
nijushiho gankaku
wankan unsu
hangetsu meikyo
chinte sôchin
5. Standen, slagen, trappen, houdingen, enz.
Yôi klaarmaken, aandachtshouding
Hajime begin
Kamaete klaarmaken, gevechtshouding
Mawatte rugwaarts draaien
Yame stop
Hiki te hand naar obi trekken
Hiki ashi voet/been terugtrekken na trap
De ashi met de voet
Gyaku hanmi tegengestelde bekkeninzet
Fudô dachi zenkutsu dachi met achterste been gebogen
Kokutsu dachi achterwaartse stand
Zenkutsu dachi voorwaartse stand
Heikô dachi voeten schouderbreedte, aandachtshouding
Heisoku dachi voeten tegen mekaar, aandachtshouding
Kiba dachi ruiterstand
Kosa dachi kruispas
Musubi dachi aandachtshouding, voeten in een V
Shiko dachi ruiterstand met voeten schuin naar buiten gericht
Neko ashi dachi katstand
Gamae handen in dekking/gevechtshouding
Manji gamae één arm gedan barai, andere geplooid achter hoofd
Uraken slag met rugkant vuist
Tettsui slag met zijkant (pinkkant) vuist
Shuto (uke) blokkering met snijkant open hand
Shuto (uchi) slag met snijkant open hand
Haitô slag met zijkant (duimkant) open hand
Nukite stootbeweging open hand, met vingertoppen
Teishô stootbeweging met palm van de hand
Age zuki opzwaaiende stoot (gestrekt)
Gyaku zuki tegengestelde stoot
Jun zuki stoot met voorste arm (bewegend)
Kagi zuki halve (korte) stoot
Kizami zuki stoot met voorste arm (stilstand)
Oi zuki vorderende stoot
Ren zuki dubbele stoot
Sanren zuki driedubbele stoot
Ura zuki opgaande stoot (gebogen arm)
Fumikomi buitenwaartse draaiende zwaaiende trap
Mawashi geri draaiende trap
Hiza geri kniestoot
Kin geri trap tussen de benen
Mae geri voorwaartse trap
Kizami voorste (been)
Deai achterste been trapt en gaat terug achter
Mikazuki geri draaiende zwaaiende trap gestrekt been
Tobi geri vliegende trap
Ura mawashi geri hieltrap voorwaarts
Ushiro geri achterwaartse trap
Yoko geri (keage) zijwaartse (opzwaaiende) trap (snijkant voet)
Yoko geri (kekomi) zijwaartse (stekende) trap (snijkant voet)
Ushiro mawashi geri achterwaarts draaiende trap
Age uke opwaartse blok
Haiwan (gedan) uke neerwaartse buitenblok rugkant hand en arm
Gedan barai neerwaartse blok
Kakiwake uke dubbele binnenblok met knokkels naar jezelf gericht
Morote uke verstevigde blok
Osae uke neerslaande blok (voorbereiding op nukite)
Shuto uke blok snijkant open hand
Tate shuto (uke) opwapenende shuto-blok
Soto (ude) uke buitenwaartse blok
Uchi (ude) uke binnenwaartse blok
Kara leeg
Te hand
Do de weg, de leer
Ki geest (innerlijke kracht)
Dojo plaats waar men karate beoefent
Enbusen grondplan, loopplan van een kata
Uchi slag
Uke blok
Zuki stoot
Geri trap
Kime kracht
Zanshin ingesteldheid, fightingspirit
Hara middelpunt van uw lichaam, vanwaar uw innerlijke kracht komt
Makiwara stootkussen
Tameshiwari breektest, breektechniek
Maai afstand
Kyu leerling-graad
Dan hogere graad, sensei-graad
Tori tegenstander, partner
Oss ok, begrepen
Obi band, gordel
Sensei lesgever, meester
Shihan grootmeester
Deshi leerling
Senpai iemands oudere
Seiretsu opstellen, klaarmaken voor groeten
Seizan gaan zitten
Mokusô (yame) mediteren (stop)
Rei groet
Shomen ni rei voorwaartse groet
Shinza ni rei groet uw voorbeeld, iemand die veel betekent voor jou
Sensei ni rei groet uw lesgever
Otagai ni rei groet iedereen/alles
Kiritsu rechtstaan